Sociologische processen

In dit hoofdstuk gaan we het hebben over de sociologische processen en mechanismen in het werkveld, maar ook wat de rol is van het onderwijs hierin. Wij hebben interviews afgenomen bij personen met verschillende functies binnen het kappersvak, namelijk: een kapper, een leidinggevende, een afrokapper een stagiair, een ZZP'er, een barbier, maar ook bij docenten.

De interviews hebben we vergeleken en deze bevindingen zullen wij hier met u delen. Qua sociologische processen gaan we het hebben over de socialisatie, het machtsverschil en de verschillende culturen binnen het kappersvak en in het onderwijs en geven hier ook voorbeelden bij middels persoonlijke ervaringen, interviews en het kwalificatiedossier van de kappersopleiding (MBO haarverzorging).

Socialisatie

Socialisatie in de Kappersbranche

Socialisatie is afgeleid van het begrip sociaal en heeft betrekking op de interactie tussen mensen. Socialisatie is een proces waarbij iemand de waarden, normen, en andere cultuurkenmerken van de samenleving of groep aanleert en respecteert (De Jager, Mok & Berkers, 2014). Socialisatie is een groot begrip. Wat is nu precies sociaal en wanneer ben je sociaal? Wanneer ben je gesocialiseerd? Wij hebben het begrip socialisatie onderzocht doormiddel van het boek Grondbeginselen der sociologie, Inzicht in
sociale relaties (2014) te lezen.

Door de interviews van deze zes diverse kappers te hebben afgenomen hebben wij een redelijk beeld gekregen van de socialisatie binnen de kappersbranche. Wij hebben de twee docenten gevraagd of er in de opleiding aandacht aan socialisatie wordt besteed. Beide docenten geven aan dat er in het eerste leerjaar sociale en communicatieve vaardigheden worden gegeven in de opleiding. Zij vinden het belangrijk dat, wanneer de leerling op stage gaat, de leerling weet hoe hij om moet gaan met de klanten. De docenten ervaren dat de leerlingen niet weten hoe ze een klant moeten aanspreken en dat het erg belangrijk is om de leerlingen in hun socialisatie te begeleiden. Gerjanne, Miranda en Britt vertellen over hun eigen ervaringen wat de rol van het onderwijs hierin was. Gerjanne vertelt dat zij vooral de theoretische begrippen leerde. In de praktijk zou zij dan deze begrippen moeten toepassen, maar op school hebben zij nooit geoefend met de begrippen. Britt heeft zelfs niks gehad qua sociale vaardigheden. Bij Gerjanne komt er omhoog dat zij wel klantengesprekken moest oefenen middels een vragenlijst. Daar stond dan vooral in wat de klant graag wilde. Middels de vragenlijst kon je achterhalen wat de klant graag wilde. Je moest immers proberen te kijken in het hoofd van de klant. Dat was het hoofddoel. Daarbij was het hoofdzakelijk om de juiste vragen te stellen. Dit leerde je middels ervaring, maar gedurende de opleiding van Britt en Gerjanne hebben zij vragen leren stellen nooit geleerd. Ook hoe je om moet gaan met een klacht, hebben zij geleerd middels ervaring, maar niet door de opleiding. Miranda heeft in haar opleiding weinig sociale vaardigheden op school gehad. Miranda heeft de sociale vaardigheden in de kapsalon geleerd omdat zij vier dagen in de kapsalon werkzaam was en één dag op school. Hieruit blijkt dus dat de opleidingen vooral uitgaan van de ervaringen die de leerlingen op doen in de praktijk. Miranda geeft nu zelf op haar school les aan de kappersopleiding. Zij geeft nu twee jaar het vak sociale en communicatieve vaardigheden en merkt dat het niet vanzelfsprekend is dat de leerlingen weten welke sociale en communicatieve vaardigheden zij moeten hanteren in de kapsalon en op school. In de kappersbranche is het vooral heel belangrijk dat je voldoet aan de wensen van de klant. Britt, Miranda en Gerjanne zijn van mening dat het niet alleen om het knippen gaat, maar dat veel mensen ook komen voor een babbel. Als we het terugkoppelen naar socialisatie verwijst socialisatie ook naar de interactie tussen mensen. In de kapsalon is dat de interactie tussen de kapper en de klant. Omdat sociale en communicatieve vaardigheden niet in het kwalificatiedossier mbo Haarverzorging staan is het vak sociale en communicatieve vaardigheden een ondergeschoven kindje. Wij zouden ook graag zien dat het vak sociale en communicatieve vaardigheden vast in het lesprogramma van de kapper komt en dat het vak Omgangskunde in alle kappersopleidingen wordt aangeboden. Britt heeft de opleiding 2,5 jaar geleden afgerond en Gerjanne 15 jaar geleden en Miranda 25 jaar geleden. We hebben gekeken naar het kwalificatiedossier mbo Haarverzorging van dit jaar. Hierin kun je terugvinden dat de leerling advies moet kunnen geven en afspraken kan maken met de klant. Dit onderdeel wordt tijdens het praktijkexamen knippen afgelegd en beoordeeld. Tegenwoordig bestaan er ook keuzedelen, waarin de leerling o.a. kan kiezen uit klant contact en verkoop. Verder staat in het kwalificatiedossier niks over communicatieve vaardigheden. De docenten die wij hebben geïnterviewd hebben als school er zelf voor gekozen om communicatieve vaardigheden in het lessenpakket op te nemen.

Socialisatie op de werkvoer

Socialiatie op de werkvloer van de kapsalon kan een vast gedragspatroon zijn en per kapsalon verschillen. Zo kan het zijn dan bij de ene kapsalon de klant met u wordt aangesproken en dat bij een barbier de klant met een 'boks' wordt begroet. Dat is een cultuurverschil in de kapsalon binnen de socialisatie. Op de vraag aan de zes geïnterviewden of zij hun handelswijze (gedrag) afstemmen op het gedrag van de klant, antwoord iedereen ja. De ZZP'er en de barbier antwoordden dat zij zich aanpassen aan de klant; als klanten ergens om zeuren, dan praten zij met hen mee. De afrokapper en de eigenaresse van een kapsalon voelen aan wat de klant wil en passen zich aan. De socialisatie binnen het kappersvak is zeer sterk en zo sterk dat de zes geïnterviewde kappers allen aangeven hun handelswijze aan te passen aan de klant en socialiseren op het niveau van de klant.

Sociale ongelijkheid in de kappersbranche

Sociale ongelijkheid is de ongelijke verdeling tussen personen en groepen in een samenleving en de ongelijke waardering en behandeling van maatschappelijke positie en leefstijl. Ook rechten en plichten zijn niet gelijk verdeeld. Er zijn ook verschillen in inkomen, kennis, sociale status en gedrag. Sociale
ongelijkheid wordt in de maatschappij gekenmerkt door rangen en standen. In elke samenleving komt sociale ongelijkheid voor. Vaak wordt sociale ongelijkheid gezien als inkomensongelijkheid omdat vaak de ongelijkheden te zien zijn in de verschillen in inkomsten, woonsituatie, carrièremogelijkheden
en opleiding. De sociale ongelijkheden zijn niet alleen te zien in arm en rijk maar ook man versus vrouw (De Jager, Mok, & Berkers, 2014).

In de kappersbranche is er ook een sociale ongelijkheid. De sociale ongelijkheid begint al wanneer een leerling wil starten met de kappersopleiding. Als de vooropleiding mbo-1 of basis-beroeps diploma is, dan ben je alleen toelaatbaar voor de opleiding Juniorkapper niveau 2. In het kwalificatiedossier mbo Haarverzorging staat dat een Juniorkapper onder begeleiding bepaalde werkzaamheden mag uitvoeren. De carrièremogelijkheden zullen minder snel groeien dan een leerling die een kader, mavo- of havodiploma heeft. Deze leerlingen hebben een betere kans op een carrière. Met een Salonmanager-diploma niveau 4 op zak ben je veel meer zelfstandiger en heb je veel meer verantwoordelijkheden. "Cao Kappers - Sector Kappers - CNV Vakmensen" geeft in de cao-kappers 2017-2019 aan dat bij het bepalen van de functie volledig zelfstandig werkzaamheden kan uitvoeren, en dus verantwoordelijk is voor alle kappersactiviteiten. Een Salonmanager valt in salarisgroep 7. Een juniorkapper valt in salarisgroep 3 (Zie kader 1.). Als we kijken in de sociale ongelijkheid binnen de kappersbranche dan zijn er niet alleen ongelijkheden binnen de carrièremogelijkheden en het opleidingsniveau, maar ook de
ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Uit het interview van de twee docenten van de opleiding Haarverzorging wordt duidelijk aangegeven dat de docenten het niet eens zijn met het kappers-cao, en dat zij het belachelijk vinden dat de mannelijke kappers bonussen uitgekeerd krijgen, bovenop het nettoloon. Uit ervaring wist een van de docenten te vertellen dat er een tekort aan mannelijke
kappers in haar regio is en dat de mannelijke kappers meer loon ontvangen omdat zij man zijn. Erg vreemd geeft de docent aan; 'een mannelijke kapper levert dezelfde prestaties als een vrouwelijke kapster!' Ook vier van de zes geïnterviewde kappers ervaren dat er een sociale ongelijkheid is tussen de beloningen van man en een vrouw in het kappersvak. 'Flauwekul! Sommige kapsters zijn beter dan kappers, de waardering moet gelijk zijn' vindt de ZZP'er. Daar sluit de medewerkster van een kapsalon zich bij aan, zij vindt zelfs dat het werken met dameshaar veel zwaarder is. De eerstejaars stagiaire vindt het onnodig en raar, mannen en vrouwen lonen moeten gelijk zijn. Ook de eigenaar van een barbershop vindt het onzin, er zou moeten worden betaald naar prestaties. Op de vraag aan de docenten van de Haarverzorging: gaan de rijkere mensen naar andere kapsalons als de mensen die het wat minder ruim hebben? geeft de docent aan dat klanten niet eens voor de kwaliteit van de technische vaardigheden naar een duurdere kapper gaan, maar puur om de naam van de kapper of kapsalon en de kappersproducten. Ook de sociale ongelijkheid in de prijzen van de kappersbehandelingen is opvallend. Trompert (2018) concludeert in recent onderzoek dat vrouwen meer bij de kapper betalen dan mannen. Uit zijn onderzoek, een uitgebreide steekproef van RTL Z onder 585 kapsalons, komt naar voren dat vrouwen gemiddeld 4,16 euro duurder uit zijn dan mannen bij een dames- en herenkapsalon. Samengevat zijn er binnen de kappersbranche nog veel sociale ongelijkheden.

Een conclusie die we uit onze interviews kunnen leiden is dat wij vinden dat er binnen de kappersopleiding aandacht besteed moet worden aan de socialisatie. Het verbaasde ons heel erg dat er in het kwalificatiedossier mbo Haarverzorging geen communicatieve vaardighedenlessen zijn opgenomen. Dit zou niet de keuze van de school moeten zijn, maar het zou vast moeten staan in het kwalificatiedossier. In de kapsalons heersen verschillende socialisatie culturen en de ongelijkheden met opleidingsmogelijkheden en de ongelijkheid tussen beloningen vast liggen in het kwalificatiedossier en cao van de kapper.


  • Machtsstrijd

Machtsstrijd in de Kappersbranche

Wij waren ook benieuwd of er machtsstrijd speelt in de kapsalons, hoe de leerlingen machtsverschil ervaren en wat de opleidingen doen met machtsstrijd. Machtsstrijd betekent het gedrag van een persoon waarbij hun eigen waarden en belangen kunnen worden tegengesteld (De Jager, Mok & Berkers, 2014). Zo kun je denken aan dat sommige mensen graag hun macht willen laten zien aan de buitenwereld door bijvoorbeeld in een dure auto te rijden of een groot huis te hebben, dit wordt dan statusstrijd genoemd. Iets wat in de Kapsalon ook naar voren komt.

Uit de interviews is gebleken dat kappers zich ondergewaardeerd kunnen voelen en denken dat de maatschappij kappers 'dom' vinden. Er is eens tegen Britt gezegd, door een vriend van haar: 'Jij bent zo'n domme kapper!' Dit was een grapje, maar in dit grapje zat wel een kern van waarheid voor hem. Een bekende uit Britt haar omgeving was verbaasd dat de Kappersopleiding officieel drie jaar duurt, omdat hij dacht dat het maar een paar handelingen zijn die je leert. Hieruit blijkt wel dat hun positie wordt ondergewaardeerd. Toen Miranda haar opleiding, 25 jaar gelden, begon werd er gezegd; 'als je niet weet wat je wilt gaan worden, kan je altijd kapster worden'. Ook handig wanneer er kinderen komen; dan kun je naast de kinderen verzorgen en nog een beetje bijknippen. De oorzaken hiervan kunnen zijn dat mensen denken dat het knippen, kleuren etc. een makkelijke vaardigheid is en het kappersvak niet veel verdient. Overigens zien wij als kapsters ook dat klanten vaak proberen om hun eigen haar zelf thuis te kleuren en/of te knippen. Dit gaat meestal fout waardoor zij beseffen dat het moeilijker is dan ze dachten. Hier kunnen wij dan wel weer om lachen. Het tegendeel wordt bewezen.

In de kapsalon kan er ook machtsstrijd worden ervaren. Zo zijn er in de kapsalon verschillende functies waarbij de hoogste functie de meeste macht heeft. Er zijn verschillende schalen in het CAO vastgesteld waar iedere werknemer wordt ingedeeld op diploma's. Zo is bijvoorbeeld een Junior Stylist A een leerling uit leerjaar 1 en een Allround kapper een kapster die alle taken wat betreft het behandelen van het haar van klanten mag uitvoeren. Het is zelfs zo dat bij bepaalde kapsalons de klant zelf mag uitkiezen door wie hij/zij geholpen wil worden op het gebied van functie. Dat houdt in dat het goedkoper is om geholpen te worden door een Junior Stylist A dan een Allround kapper of Topstylist.

Daarnaast hebben zowel Gerjanne, Miranda als Britt machtsstrijd ervaren als leerling zijnde op het werk/stage. Tijdens hun opleiding als stagiair mochten zij weinig werkzaamheden uitvoeren en werd hierdoor de ongelijkheid vergroot. Dit werkte ook door naar de klanten, waardoor de leerlingen nog meer het gevoel kregen dat zij er niet bij hoorden. Wij voelden ons buitengesloten in deze situatie en merkten dat we het kappersvak minder leuk zijn gaan vinden. Als dit ons al raakt, dan zullen onze leerlingen van de kappersopleiding dit waarschijnlijk ook ervaren. Miranda, die werkzaam is in het kappersonderwijs, ervaart dit in de gesprekken met haar leerlingen. Leerlingen worden nog steeds als veegmeisjes en poetsmeisjes gezien. Daarin is nog steeds weinig in veranderd…..

Britt heeft de ervaring gehad op haar vorige werkplek dat zij verkeerd is ingeschaald op gebied van haar functie. Ze werd uitbetaald als een Salonassistent, wat inhield dat ze de kappers ondersteunt in hun bezigheden en de materialen klaarzet. De werkzaamheden die haar werden opgedragen en die Britt uitvoerde waren het knippen/kleuren etc. van klanten. Britt was zelfs leidinggevende op bepaalde dagen. Wanneer hierover iets gezegd werd, werd het ontkent dat Britt werkzaamheden uitvoerde die niet bij haar functie hoorde en was de uitbetaling en waardering nog steeds van een Salonassistent.

Alexis de Tocqueville (1805 - 1859) was een belangrijke denker die zich met sociale ongelijkheden bezighield. Hij is was een Franse Jurist en sociaal filosoof die een periode heeft verbleven in de Verenigde Staten waarbij hij heeft gekeken naar stands gelijkheid en verschillen. Hierin had hij opgemerkt dat er een verschil is tussen rijken en armen maar dat dit zich niet kenmerkt door materialen zoals een priveleges. Iedereen was gelijk (De Jager, Mok & Berkers, 2014). Er kunnen in het dagelijks leven van nu nog steeds sociale ongelijkheden afspelen. Zo kan ook de eigenaar van een kapsalon een sollicitant afwijzen op basis van niveau, geslacht, geloof etc. Dit is recent nog gebeurd in een kapsalon in Groenlo. Een sollicitant had een mail met daarin haar cv gestuurd naar een kapsalon met de vraag of zij daar tijdens haar opleiding mag komen werken. De sollicitant die van een reizigerscultuur komt, kreeg een mail terug met daarin de tekst; 'dit is die 'kamper', wat moet ik daarmee?' De sollicitant heeft haar beantwoorde mail op social media geplaats en heel veel reacties gekregen. Zelfs in de kapperswereld is er een machtsmisbruik door sollicitanten af te wijzen om hun culturele achtergronden.

Link: https://www.destentor.nl/achterhoek/bedrijfsleidster-kapperszaak-in-groenlo-uit-functie-gezet-na-discriminerende-email-dit-is-die-kamper~a2380d04/

Machtsstrijd in het onderwijs

Als docent kan er ook een machtsstrijd zijn tussen leerlingen en docent. De docent heeft in eerste instantie meer zeggenschap en macht dan de leerlingen. Als een leraar de leerlingen vanuit macht aan het leren wil krijgen, zal dit juist averechts werken. Het is belangrijk om als docentzijnde de gerechtvaardigde macht te gebruiken door de leerlingen in hun waarde te laten, een relatie met hen op te bouwen en duidelijkheid te bieden. Hierdoor wordt voorkomen dat er een macht en onmacht strijd is tussen de leerlingen. (Galenkamp & Schut, 2009)

Daarnaast speelt er ook machtsstrijd en statusstrijd tussen de leerlingen. Meestal zijn er in een klas een aantal leiders waarop de volgers hen volgen. Ook is bij pesten een machtsverschil aanwezig waarbij de pester in de meerderheid kan zijn of sterker is. Tevens is het ook zo dat bij oudere kinderen het machtsverschil vaker voorkomt (Kind binnen een schoolklas soms pester, slachtoffer en verdediger tegelijk, 2014.


Machtsstrijd op de werkvloer

Binnen de kappersopleiding worden er geen lessen gegeven wat betreft machtsstrijd of hiërarchie. Leerlingen worden niet voorbereid op machtsstrijd die duidelijk wel speelt in de praktijk. Uit de interview met de stagiair vertelt zij dat de collega's haar commanderen op het moment dat de leidinggevende weg is. Als hij er wel was, gebeurde het niet. Zij geeft ook in het interview aan dat zij zich graag meer gewaardeerd wilde voelen. Britt is door haar leidinggevende meerdere malen naar achter groepen, om op het matje te komen. Het gesprek weet ze niet meer, maar het gevoel wat zij daarbij kreeg, zal haar altijd bij blijven. Britt had in haar opleiding een stagebegeleider en ervaarde daar wel steun bij. Dit heeft zij als heel prettig ervaren en merkte hierdoor dat zij zich er niet alleen voor stond. De begeleiding is goed, maar Britt miste wel lessen in de opleiding waarbij zij gesprekstechnieken aanleerden. Gerjanne sluit zich hier ook bij aan. Miranda was de leerling die niet veel zei. Miranda was eens aan het dagdromen en haar baas vond dat zij niet luisterde en gooide een borstel naar haar hoofd. Miranda heeft dit als traumatisch ervaren. Het wa dat ze al naar een andere kapsalon ging anders was ze met de opleiding gestopt. Britt en Gerjanne hadden graag gewild hoe zij het voor zichzelf konden opnemen, wanneer zij machtsverschil ervaarde in de praktijk.

Wanneer een kapster een goede relatie heeft met de salonmanager/eigenaresse, dan gelden voor die kapster minder strenge regels. Hierin is sprake van een soort vriendjespolitiek.


Cultuur

Het woord cultuur komt voort uit het Latijnse woord colere. Dit betekent bebouwen of verzorgen. Het Latijnse woord Cultura gaf oorspronkelijk aan; bewerking van de bodem. Later werd met het woord cultuur ook de bewerking van de geest bedoeld. Het begrip cultuur heeft vele honderden definities waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen culturen in de ruime zin, als het wel de manier van leven, als wel vormen van artistieke expressie en communicatie vormen. Volgens De Jager, Mok en Berkers ( 2014) is de meest geschikte definitie het volgende:

''Cultuur is het min of meer samenhangende geheel van symbolen, waarden en normen, en vaardigheden die mensen zich als lid van hun maatschappij door middel van leerprocessen hebben verworven, dat in hoge mate hun gedrag beïnvloedt, waardoor zij zich onderscheiden van de leden van andere maatschappij'' (De Jager, Mok, & Berkers, 2014, p.258)

De elementen

Een cultuur is een manier van denken en doen en deze is opgebouwd uit verschillende elementen. Een van de belangrijkste elementen zijn de symbolen, waarden en normen, en vaardigheden. Zie schema onder aan de pagina ter verduidelijking van de hieronder geschreven tekst.

Symbolen
''Een symbool is een zinnebeeld, betekenis toegekend aan dingen of verschijnselen die zintuiglijk waarneembaar zijn, maar die iets anders vertegenwoordigt dat zelf onzichtbaar en abstract is''. ("Symbool", 2017).

Enkele voorbeelden die voortkomen uit de interviews:

  • Spreken veel in eigen taal

  • Salon is veelal ingedeeld en gecreëerd naar hoe ze dit kennen.

  • Producten waarmee gewerkt worden komen vaak uit eigen land.

Waarden en Normen

Dit zijn de omgangsvormen en principes volgens welke men publiekelijk en in sociaal verband handelt. Vaak worden de termen in de politiek en de media als één enkel containerbegrip aangeduid, of onterecht als synoniemen door elkaar gebruikt.

De samenstelling betreft de waarden - de voorkeur die een groep of samenleving heeft met betrekking tot doeleinden of gedragspatronen - die worden vertaald in concrete normen met concrete gedragsregels en voorschriften. Daarmee sturen normen mede het sociaal handelen, meer specifiek het waarde rationeel handelen. ("stelsel van hoe te leven", 2019)

Enkele voorbeelden die voortkomen uit de interviews:

  • Het aanbieden van een kopje koffie of thee is in Nederland heel gebruikelijk. Dit zie je minder terug in andere culturele salons.

  • Het aannemen van de jas is gebruikelijk binnen de Nederlandse salons. Dit zie je minder terug in ander culturele salons.

  • De openingstijden van Nederlandse salons zijn veelal elke week hetzelfde. Bij andere culture salons die dat dit wel eens verschillend kan zijn en ze in de avonden langer open blijven.

  • Zo zie je bij de barbiers dat je na de behandeling een biertje of een whisky wordt aan geboden. Dit zie je niet terug bij de damessalon.

  • In de afrosalons staat de muziek vrijwel vrij hard aan. Bij de Nederlandse salons is dit minder aanwezig en is muziek meer achtergrond geluid.

Vaardigheden

Dit zijn de bepaalde manieren waarop we cultuur in het dagelijks leven gebruiken. Je kunt hierbij denken aan gewoontes en routines waarbij we als mens eigenlijk niet meer over na denken. Als voorbeeld zou je kunnen nemen dat we in Nederland veel op de fiets doen en we zonder er over na te denken ons door het verkeer manoeuvreren. (De Jager, Mok, & Berkers, 2014).

Enkele voorbeelden die voortkomen uit de interviews:

  • Je ziet veel verschillen qua technieken: Zie je bij Turkse salons dat ze veel met de tondeuse werken en dat de contouren erg belangrijk zijn.

  • Bij afrosalons die je dat ze veel met pruiken, extension 's en veel vlechten.

  • Het haren wassen bij de Nederlandse kapsalon is gebruikelijk om dat vooraf te doen, bij de Turkse en afro kapper is dit niet het geval. 

Zie schema onder aan de pagina ter verduidelijking van de hierboven geschreven tekst.

Cultuur wordt geïnternaliseerd

Doordat we van jongs af aan nog heel lang afhankelijk zijn van andere mensen, krijgen we de cultuur tijdens de opvoeding en de socialisatie. Hierdoor zit de cultuur zo vanzelfsprekend in ons karakter dat we er meestal niet of nauwelijks meer bewust zijn van deze leerprocessen. Met ons aangeboren vermogen tot leren verwerken we de cultuur die we nodig hebben om samen te leven en te overleven. (H de Jager, A.L. Mok en P Berkers, 2014) Hierdoor is het niet vreemd dat je binnen kapsalons van andere culturen hier in Nederland je hier verschillen ziet ten opzichte van de Nederlandse kapsalons. Dit is de cultuur die je van jongs af aan al met je mee draagt waardoor je dit vanzelfsprekend ook terug brengt in het bedrijf dat je hebt. Een sprekend citaat die ik hierbij vind passen is dan wel; "Mensen hebben in die zin niet een bepaalde cultuur , maar zijn die cultuur." (De Jager, Mok, & Berkers, 2014, p 262) Gerjanne is een periode werkzaam geweest in een afro salon en heeft daar een aantal verschillen kunnen zien die toch wel opvallend zijn. Zo zie je binnen de afro salons dat je een afspraak kunt maken maar dat je eigenlijk vrijwel nooit opdat tijdstip geholpen wordt dit heeft meestal als oorzaak dat je behandelingen erg lang duren waardoor dit sneller kan uitlopen. Dit zul je niet snel zien binnen de Nederlandse kapsalons hier staat vrijwel alles strak gepland waardoor er van de klant ook echt verwacht wordt dat je er op de juiste tijd bent. Binnen het hoofdstuk macht hebben we beschreven dat we hier Nederland soms wel neerbuigend naar kapster gekeken wordt terwijl we zien juist niet zien bij afro kapster/kapper hier worden ze wel als volwaardig worden gezien dit heeft mede te maken dat je uiterlijk en zeker ook hoe je haar zit erg belangrijk is. Nina gaf hierbij aan dat als je er goed verzorgd uitziet dit je een bepaalde status geeft binnen de samenleven. Als laatste geeft Gerjanne nog aan dat er in Nederlandse kapsalons eigenlijk altijd je jas wordt aangenomen en vrijwel gelijk daarna je een kopje koffie of thee wordt aangeboden. Dit is minder gebruikelijk bij de afro salons en als er een koffiemachine staat dat het dan vrijwel altijd zelfbediening is.  

Binnen de kappersopleiding zie je dat de lessen voornamelijk zijn gericht op de Europese haarstructuren. Nina en Gerjanne geven aan dit bijzonder te vinden omdat we binnen de samenleving hier Nederland zien dat er steeds meer mensen uit verschillende landen zijn komen wonen. De samenleving is diverser geworden en daarbij ook de verschillende 'haarstructuren'. We vinden het daarom vreemd dat dit niet wordt meegenomen in de kappersopleiding. In het kwalificatiedossier mbo van de kapper hebben we gezien dat er een keuzevak is die je als leerling kan kiezen met betrekking tot de 'black hair' technieken. Daarnaast geeft Gerjanne aan dat er in Amsterdam en Rotterdam specifieke opleidingen te vinden zijn die zich alleen richten op 'Black hair'.

Sociale constructie en macht, Alle rechten voorbehouden 2019
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin